In:
Journal of Ecology, Wiley, Vol. 109, No. 4 ( 2021-04), p. 1591-1606
Abstract:
Gemeenschappen op verschillende trofische niveaus vervullen functionele rollen die van vitaal belang zijn voor het leveren van duurzame ecosysteemdiensten. Eerder bleek reeds dat een gemengde boomsoortensamenstelling de biodiversiteit in bossen bevoordeelt, maar effecten op de onderlinge relaties tussen de verschillende trofische niveaus zijn minder goed gekend. Bovendien blijken soorten op verschillende trofische niveaus ook een andere gevoeligheid voor versnippering van bossen te vertonen. We voorspellen dan ook dat zulke versnippering de relaties tussen de gemeenschappen in bossen met welbepaalde boomsoorten zal verstoren. We testen deze hypothese met behulp van een onderzoeksplatform voor de studie van boomsoortendiversiteit, in 53 plots in loofbossen gelegen in centraal België. We schatten de abundanties van de soorten binnen negen (overwegend taxonomische) entiteiten die deel uitmaken van gemeenschappen op verschillende trofische niveaus: kruidlaagvegetatie; bladmineerders en galvormers; pissebedden, duizendpoten; loopkevers, hooiwagens, spinnen, vogels, vleermuizen. We gebruiken verschillende co‐inertia analyses om te onderzoeken hoe de samenstelling van de gemeenschappen (ingedeeld naar taxonomische of trofische groep) co‐varieert langsheen gradiënten in boomsoortensamenstelling en versnippering van de bossen. Overheen alle plots werd minstens één significante paarsgewijze correlatie gevonden tussen de verschillende trofische groepen. Behalve voor vleermuizen, werd ook minstens één significante paarsgewijze correlatie gevonden tussen de verschillende taxonomische groepen. Dit wijst op gecorreleerde gemeenschapsmatrices over trofische niveaus heen. Uit onze co‐inertia analyses bleek verder dat de boomsoortensamenstelling gerelateerd was aan de mate van ‘community tightness’, een index voor de sterkte van gerelateerde veranderingen tussen taxonomische en/of trofische groepen. Waar een bijmenging met zomereik ( Quercus robur ) in opstanden van beuk ( Fagus sylvatica ) en Amerikaanse eik ( Quercus rubra ) gerelateerd bleek aan een verhoging in community tightness, bleek dit niet het geval wanneer er in opstanden van zomereik andere soorten werden bijgemengd. Er werden ook geen aanwijzingen gevonden voor effecten van de vernippering van de bossen op tightness, zowel op zichzelf als in interactie met de boomsoortensamenstelling. Synthese . De relaties tussen gemeenschappen die zich op verschillende trofische niveaus bevinden, werden op een verschillende manier beïnvloed door veranderingen in de boomsoortensamenstelling en in de mate van versnippering van de bossen. Toch vonden we een duidelijk signaal dat het bijmengen van boomsoorten in monoculturen leidt tot een sterkere mate van community tightness en parallelle veranderingen in de samenstelling van de verschillende gemeenschappen, en dit overheen de trofische niveaus en ongeacht de mate van versnippering. Uit deze verhoogde community tightness besluiten we dat maatregelen die gericht zijn op het verhogen van de biodiversiteit op één trofisch niveau (bv. bomen) kan leiden tot veranderingen op andere trofische niveaus, alsook in de ecosysteemrol die ze vervullen.
Type of Medium:
Online Resource
ISSN:
0022-0477
,
1365-2745
DOI:
10.1111/1365-2745.13580
Language:
English
Publisher:
Wiley
Publication Date:
2021
detail.hit.zdb_id:
3023-5
detail.hit.zdb_id:
2004136-6
SSG:
12
Bookmarklink